Euthanasie

web

Euthanasie

ISPS wil dit omstreden thema zorgvuldig benaderen en verschillende invalshoeken belichten om een objectief kader te scheppen waarin euthanasie kan worden besproken en omkaderd.
Een thema dat niet lichtzinnig benaderd kan worden en gerelateerd is aan  begeleiding,

omkadering en leefomstandigheden en de mate waarin behandeling nog mogelijk is.
Het vraagt op zijn minst een eerlijk onderzoek naar de morele draagkracht van de patiënt, de respons van familieleden op psychisch lijden, de impact van stigmatisering op het individu, een uitgebalanceerde medicatie, de mogelijkheden van behandeling, de waardigheid van de patiënt.
In verband met dit onderzoek kan je in de rubriek euthanasie links vinden naar artikelen en andere informatie die je helpen wegwijs te worden in alles wat aan dit uiterst gevoelig thema raakt.

ULTeam – uitklaring levenseindevragen
Euthanasie en psychiatrie: van tweesporenbeleid tot “Reakiro” – seminarie Joris Vandenberghe
Euthanasie en psychisch lijden: reflectie van een psychiater-psychotherapeut – Ludi Van Bouwel
Een belangwekkend artikel van Margreet de Pater over het recht op euthanasie voor psychisch zieken

ULTeam – uitklaring levenseindevragen

ULteam of ‘Uitklaring Levenseindevragenteam’ wil advies en ondersteuning bieden bij het uitklaren van complexe vragen rond het levenseinde.

Het team is multidisciplinair samengesteld en kan geraadpleegd worden over (complexe) vragen rond het levenseinde door zowel patiënten (en hun naasten) als door hun behandelende artsen.

Hier vind je meer info.

Euthanasie en psychiatrie: van tweesporenbeleid tot “Reakiro”.

Kort verslag van een woensdagseminarie over “Euthanasie bij psychisch lijden”
gegeven aan het UPC door psychiater en psychotherapeut Joris Vandenberghe met als titel:
“Euthanasie en psychiatrie: van tweesporenbeleid tot Reakiro”
gehouden op woensdag 19 oktober 2022

Hierin lichtte Joris Vandenberghe toe welk klinisch standpunt in “Reakiro” wordt ingenomen bij het begeleiden van cliënten in een psychische crisis die een vraag om euthanasie voorleggen.
Vooral doordat, zoals uit het onderzoek dat Joris voorlegt bleek, een groot aantal van cliënten met deze vraag komen uit onmacht en wanhoop en dat de reden daarvoor grondig diende te worden onderzocht zodat of omkadering of behandeling kan worden bevraagd en aangepast aan de noden van de cliënt.

Ik resumeer hieronder de hoofdlijnen van zijn verhaal:

Hierbij staat centraal dat de moeilijkheid die zich voordoet als dusdanig wordt geacht en serieus genomen en gekoppeld wordt aan de vraag: Wat is hier voor deze persoon zinvol?
Tegelijk wordt een uitgebreid en lang evaluatieproces opgestart in combinatie met een herstel ondersteunende zorg.
Door het ernstig nemen van de vraag, het verder exploreren van mogelijkheden voor een betere omkadering en het evalueren van het op gang komende proces, ontstaat een nieuwe situatie.
Dit proces verandert niet alleen potentieel de doodswens en houding van de patiënt, maar ook de aandoening en dus het beloop en de prognose.

Zo tekenen zich na enige tijd twee sporen af:

1 een proces gericht op hoop, herstel en rehabilitatie en psychische palliatieve zorg.

2 het euthanasie verzoek blijft centraal

Sedert 2022 is Reakiro als huis van opvang actief en heeft een innovatief karakter.
Het huis is complementair met de GGZ hulpverlening. Er zijn al twee huizen werkzaam; een in de regio Leuven en een in Brugge. Ze zijn beiden in de stad gelegen.
Naast opvang wordt er door het team ook gewerkt aan het geven van vorming en het verder zetten en verzamelen van wetenschappelijk onderzoek aangaande een verzoek om euthanasie bij psychisch lijden.
Daarnaast vermeldde hij ook LEIT: het Levenseinde Informatieteam aan de UPC Leuven. Dat echter enkel begeleiding verzorgt van patiënten opgenomen in het UPC of doorverwezen door een arts van UPC. 

Een verslag van Huguette Beyens

Hier vind je de link om alsnog de lezing integraal te zien.

Alsook de link naar de site van Reakiro. 

Euthanasie en psychisch lijden: reflectie van een psychiater-psychotherapeut – Ludi Van Bouwel

Een artikel van Ludi Van Bouwel verschenen in het Tijdschrift voor Geneeskunde, 76, nr. 7, 2020.

SAMENVATTING

De psychiater-psychotherapeut is de specialist bij uitstek die geraadpleegd en geconfronteerd wordt met ernstig psychisch lijden. De psychiater gaat op zoek naar de betekenis van het lijden, tracht dit lijden te plaatsen in een context, wil de mogelijkheid creëren het lijden te transformeren tot een draaglijke ervaring en stelt de hoop op verandering steeds centraal in zijn therapie. Hij tracht zowel de intrapsychische dynamiek als de interrelationele dynamiek van een sterke doodswens te onderzoeken.
Omwille van de moeilijke taak die de psychiater op zich voelt wegen wanneer de vraag tot euthanasie zich stelt, kan hij zich laten bijstaan door disciplines die verder reiken dan de puur medische. Eerst en vooral is er de psychoanalyse met concepten als „eros” en „thanatos”, overdracht en tegenoverdracht, fusionele en dragende empathie. Vervolgens kunnen ethisch-filosofische overwegingen alsook de herstelbeweging een houvast bieden wanneer de wanhoop zich dreigt te installeren. Ten slotte bieden cultuurhistorische elementen uit de oudheid, het christendom en het existentialisme concepten aan die de hulpverlenersrelatie verder kunnen uitdiepen en zin geven. Op die manier kan de wanhoop opnieuw worden omgevormd tot hoop en kan de troost en de nieuwe verbinding met de wereld een plaats krijgen wanneer het psychische lijden als perspectiefloos of absurd wordt ervaren.

Het complete artikel vind je hier onder

Al in 1991 schreef onze voorzitter Margreet de Pater een artikel dat in het Utrechts Nieuwsblad verscheen. Zij werkte toen als sociaal psychiater bij het RIAGG in Utrecht op de afdeling Krisiscentrum en reageert op een betoog van Mr. P. J. H. Laurs over het recht op euthanasie van mensen van wie wij aannemen dat ze een psychische ziekte hebben.
Het artikel volgt hier in zijn geheel:

De redaktie van Utrechts Nieuwsblad, Utrecht, 17 juli 1991

Geachte redaktie van lezerstribune,

Aan het betoog van mr. P. J. H. Laurs over het recht op euthanasie van mensen van wie wij aannemen dat ze een psychische ziekte hebben, kleeft een bezwaar. Ook hij vindt dat een beslissing over leven en dood een doktersaangelegenheid is.

Dat de dokter een rol speelt bij iemand met longkanker of een hersenletsel vloeit voort uit de omstandigheden. De patient ligt aan zijn bed gekluisterd en is niet in staat om wat dan ook te doen. De macht is in handen van de dokter die veel middelen heeft om het leven te rekken.

Anders is het bij de mens waarvan wij vinden dat hij een psychische ziekte heeft. Geen mens die wel eens met een mens met zelfdodingsplannen betrokken is geweest en zijn gevoel voor werkelijkheidszin behouden heeft zal het ontkennen: alleen de planner zelf kan een weloverwogen, al of niet door ziekelijke motieven ingegeven, zelfdoding voorkomen, niemand anders. Al ligt de mens met zelfdodingsplannen maanden in de isoleercel en staat hij stijf van de geneesmiddelen, hij hoeft slechts enkele weken te veinzen dat het ‘goed’ met hem gaat en hij kan zijn gang gaan. De enige manier om te voorkomen dat hij zich zelf zal doden is om hem te vermoorden. Slechts in het graf zal hij zich geen vin kunnen verroeren. 

Er is dus iets merkwaardigs aan de hand wanneer iemand aan de psychiater verzoekt hem te doden. Ik ben er dan in de enkele keren dat iemand dat aan mij vroeg nooit op ingegaan. [Niet omdat dat slecht is voor de patient maar omdat het slecht is voor mij.] 

Maar ik zal ook niet kost wat kost alles doen om hem tegen zijn neiging om de hand aan zich zelf te slaan te beschermen. Mr. Laurs heeft in zijn laatste alinea al toegelicht wat dat inhoudt: gedwongen verblijf in een isoleercel…, gedwongen behandeling, dat wil zeggen dat er medicijnen toegediend worden die ook veel bijwerkingen hebben. Als psychiater van het krisiscentrum sta ik vaak voor de beslissing of ik een medische verklaring schrijf waardoor mensen met zelfmoordplannen tegen hun wil worden opgenomen in een psychiatrische inrichting. ‘Beschermen tegen jezelf’ kan namelijk ook veel schadelijke effekten hebben.
En het is een medicus verboden dat te doen wat de patient schaadt. Teveel beschermen, teveel verantwoordelijkheid aksepteren, zoveel dat het mijn macht te boven gaat kan er er toe bijdragen dat iemand de dood ingedreven wordt. Ik zal verderop uitleggen waarom.

Wat binnen de macht van een hulpverlener ligt. 

Mensen met zelfdodingsplannen kunnen vaak op het krisiscentrum of elders in de RIAGG zodanig geholpen worden dat ze het leven weer waard vinden om te leven. Ze kunnen erachter komen wat ze willen door zich zelf te doden en samen met de hulpverlener andere wegen vinden om het zelfde [nog beter] te bereiken, ze kunnen leren verdriet en woede te uiten, hun eigen plaats in de wereld te veroveren…. Als er familie en vrienden bij betrokken zijn kunnen we hen steunen. 

Dit alles lukt vaker wel dan niet, maar niet altijd. Sommige mensen blijven hun leven als uitzichtsloos beleven en dan kunnen we vaak niet meer dan luisteren.

Weer andere mensen, een beperkte groep, zijn werkelijk geholpen door ze tijdelijk tegen zich zelf te beschermen. Het leven is te kostbaar om in een impuls of door invloed van stemmen of een binnen afzienbare tijd met medicijnen behandelbare depressie te beeindigen. Ik heb geen mensen met zelfdodingsplannen ontmoet die het daarmee oneens waren.

Wat een gevaarlijke illusie is. 

Wanneer zijzelf, mensen om hem heen en mensen van de geestelijke gezondheidszorg menen dat zelfmoord iets is om altijd te voorkomen, dat de verantwoordelijkheid voor ’t leven in doktershanden, de psychiater dus moet worden gelegd, dan neemt de kans op sterven aanzienlijk toe. 

Vooral bij mensen die allang in de rol van onverantwoordelijke patient zitten, wordt de beslissing van de patient een eind aan zijn leven te maken een inzet in zijn strijd om zelfbeschikking. Zichzelf doden wordt zo soms de enige manier om zich te verzetten. En van strijd om zich zelf te kunnen zijn moet een mens met psychische problemen het zo vaak nu juist hebben. Een strijd om te leven wordt zo een strijd om de dood. Ervaren patienten heb ik het horen zeggen: “Ik wil niet langer braaf zijn, ik wil dood!”. 

Te vaak wordt een mens met zelfdodingsplannen die als onverantwoordelijk gezien wordt, in de steek gelaten, want wanneer een hulpverlener of een ander mens geacht wordt de verantwoordelijkheid voor het leven van iemand te dragen wordt de relatie loodzwaar. Men gaat verwijzen en doorverwijzen, met andere woorden de relatie verbreken kan een noodzaak worden wil iemand er zelf niet aan onderdoor gaan. En van een betrouwbare relatie moet iemand met zelfmoordplannen het nu juist hebben wil hij overleven. 

Wanneer de illusie in stand wordt gehouden dat er een machtige beschermer is, kan de mens met zelfmoordplannen met zijn leven spelen zonder het besef dat hij echt dood kan gaan. Hij kan de vreselijkste dingen uithalen en toch in een hoekje van zijn geest denken ‘ik wordt wel gered’, een vals gevoel van veiligheid. Van een reëele angst voor gevaar moet een mens met zelfmoordplannen het nu juist hebben wil hij overleven. 

Wanneer personeel van een psychiatrisch ziekenhuis zichzelf verplicht voelt zelfmoord te voorkomen zullen ze allerlei maatregelen moeten nemen als de patient het over zelfdoding heeft. Een mens met zelfdodingsplannen zal daardoor voor een keus staan of dwang te ervaren of heel alleen te zijn. En gevoelens delen daarvan moet een mens die denkt dat zijn leven uitzichtsloos is het nu juist hebben. 

In het begin van mijn opleiding in een Haags psychiatrisch ziekenhuis werd ik gekonfronteerd met een jongen die maanden en maanden in de isoleercel lag omdat hij de weg was opgelopen en overreden was.
Die weg lag overigens vlak voor de inrichting net zoals veel spoorwegen vlak naast het ziekenhuisterrein lopen. Hij was geestelijk gestoord daar was geen twijfel over mogelijk. Maar waar moest hij zijn hoop op vestigen?
Alle vingers wezen naar de medicijnen. Naar mijn ervaring kunnen medicijnen alleen een hulpmiddel zijn.
Hoop, kontakt met mensen zonder de eigenheid te verliezen, de wil om te overleven dat zijn de ingredienten waarmee het mensen soms lukt het leven weer leefbaar te maken.

Overmatige bescherming en euthanasie, het zijn twee kanten van de zelfde medaille, namelijk het misverstand dat een dokter langer dan voor korte tijd de verantwoordelijkheid van een mens kan overnemen om te leven. 

Ik kan in laatste instantie niet oordelen of iemand moet leven of moet sterven. Ik kan daarom niet de verantwoordelijkheid nemen een mens te doden. Ik kan ook niet de verantwoordelijkheid van een mens overnemen om te leven.

Leven moet je zelf doen.